Wanneer is sprake van jeugdhulp?

Rechtbank Overijssel, 18 april 2016, ECLI:NL:RBOVE:2016:1380: in deze uitspraak is onder meer aan de orde of begeleiding door grootvader van sportwedstrijden van de minderjarige als jeugdhulp is aan te merken. De rechtbank oordeelt dat sprake zou kunnen zijn van jeugdhulp:

“Wat betreft de hulp die grootvader biedt in de zin van begeleiding van sportwedstrijden van [minderjarige 1] oordeelt de rechtbank dat het standpunt van verweerder dat van jeugdhulp geen sprake is, onjuist is. Volgens artikel 1.1 Jeugdwet wordt, voor zover hier van belang, onder jeugdhulp verstaan:
“1e ondersteuning van en hulp en zorg, niet zijnde preventie, aan jeugdigen en hun ouders bij het verminderen, stabiliseren, behandelen en opheffen van of omgaan met de gevolgen van psychische problemen en stoornissen, psychosociale problemen, gedragsproblemen of een verstandelijke beperking van de jeugdige, opvoedingsproblemen van de ouders of adoptiegerelateerde problemen;
2e het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijk verkeer en van het zelfstandig functioneren van jeugdigen met een somatische, verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke beperking, een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem en die de leeftijd van achttien jaar nog niet hebben bereikt”.

De vraag of begeleiding van [minderjarige 1] tijdens sportwedstrijden is aan te merken als jeugdhulp wordt naar het oordeel van de rechtbank niet beantwoord op grond van de activiteit die begeleid wordt maar op grond van de overweging of door de begeleiding deelname aan het maatschappelijk verkeer wordt bevorderd dan wel of een bijdrage wordt gegeven aan het zelfstandig functioneren van de jeugdige, een en ander in relatie tot zijn beperkingen. Blijkens het door het CJG opgestelde gezinsplan zijn de doelen voor [minderjarige 1] onder meer werken aan participatie in de maatschappij, leren omgaan met zijn autisme en zichzelf emotioneel leren redden binnen zijn vrijetijdsbesteding. Niet kan zonder meer worden ingezien dat begeleiding bij sportactiviteiten niet een vorm van jeugdhulp kan zijn, die zou kunnen passen binnen deze doelen. Verweerder heeft, gelet hierop, onvoldoende gemotiveerd waarom geen sprake is van jeugdhulp zodat het besluit ook wat dat betreft voor vernietiging in aanmerking komt.”

Dit bericht is geplaatst in Jeugdwet. Bookmark de permalink.