Onderzoek en observatie van de jeugdige

Rb Midden-Nederland 16 mei 2016, ECLI:NL:RBMNE:2017:2409. De rechtbank vindt, onder verwijzing naar de 1 mei uitspraak van de CRVB het onderzoek onvoldoende. Volgens de rechtbank kan het onderzoek ook inhouden het observeren van de jeugdige:

“Gelet op het hiervoor in 4.1. tot en met 5. weergegeven beoordelingskader slaagt de beroepsgrond dat aan het bestreden besluit ten grondslag gelegde onderzoek en advies van het Sociaal team van 8 maart 2016 niet voldoet aan daaraan uit een oogpunt van zorgvuldigheid en motivering te stellen eisen. Er is weliswaar informatie ingewonnen bij eiseres en een leerkracht van school, maar niet bij De Pionier of de begeleider van [A] ( [B] ). Het Sociaal team heeft ook niet met [A] zelf gesproken en hem evenmin geobserveerd. Uit het bestreden besluit noch uit de toelichting van verweerder ter zitting blijkt waarom
voornoemde informatie niet bij de besluitvorming is betrokken. Dat [B] als begeleider van [A] in de visie van verweerder reeds daarom niet onafhankelijk is – wat daar ook van zij – rechtvaardigt niet dat verweerder de door hem verstrekte informatie buiten beschouwing laat. [B] kan zowel vanuit zijn deskundigheid als op grond van zijn eigen waarnemingen bij uitstek inzicht geven in de problematiek van [A] . Bij het vaststellen welke hulp nodig is, moet alle relevante informatie worden betrokken.
Daaronder valt juist ook de informatie van een behandelaar of een begeleider en in hoeverre het door het Sociaal team ingenomen standpunt door de behandelend sector wordt gedeeld.”

Dit bericht is geplaatst in Jeugdwet. Bookmark de permalink.