Derde uitspraak van de Centrale Raad van Beroep inzake dyslexie in het kader van de Jeugdwet brengt niets nieuws (en toch…)

Inleiding

Op 17 juli 2024 heeft de Centrale Raad van Beroep (CRvB) een uitspraak gedaan over een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Assen tot afwijzing van een aanvraag voor behandeling voor dyslexie op grond van de Jeugdwet omdat het alleen behandeling vergoedt voor ernstige enkelvoudige dyslexie (EED).[1] Eerder oordeelde de CRvB al op dezelfde wijze over vergelijkbare afwijzingen.[2] De uitspraak van juli biedt niets nieuws.

De bestuurlijke besluitvorming

Het gaat over een jongen, geboren in 2010. Namens hem hebben zijn ouders op 21 april 2020 jeugdhulp aangevraagd. Ter onderbouwing van dit verzoek is verwezen naar het onderzoeksrapport van een orthopedagoog van het Regionaal Instituut Dyslexie (RID) van juli 2019 waaruit blijkt dat bij de jongen sprake is van dyslexie. Het college heeft het verzoek van de ouders afgewezen en in bezwaar de afwijzing gehandhaafd. Volgens de nadere regels van de gemeente komt behandeling voor dyslexie alleen voor vergoeding in aanmerking als sprake is van enkelvoudige, ernstige dyslexie (EED). Of daarvan sprake is wordt bepaald conform het geldende protocol ‘Dyslexie Diagnostiek & Behandeling versie 2.0’ uit 2013.[3] Bij de jongen is geen sprake van EED. Van een uitzonderlijke situatie waardoor afgeweken moet worden van het Protocol is geen sprake.

Het oordeel van de rechtbank

De uitspraak van de rechtbank is helaas niet gepubliceerd. Volgens de CRvB heeft de rechtbank overwogen dat in de wetsgeschiedenis van de Jeugdwet geen aanknopingspunten te vinden zijn voor het oordeel dat de wetgever bij de overheveling van de dyslexiezorg van de Zorgverzekeringswet naar de Jeugdwet een ruimer of ander bereik van dyslexiezorg heeft beoogd. Hieruit volgt dat het college op grond van artikel 2.3 van de Jeugdwet enkel verplicht is dyslexiezorg te verlenen als sprake is van de diagnose EED. De nadere regels van het college zijn dan ook niet onredelijk. De rechtbank oordeelt dat het college het protocol heeft mogen gebruiken om vast te stellen of sprake was van EED. Er zijn geen bijzondere omstandigheden aangevoerd op grond waarvan het college tot een ander besluit had moeten komen. Het beroep is ongegrond.

Het oordeel van de Centrale Raad van Beroep

Had het college moeten afwijken? Volgens de CRvB niet. Het college heeft al in bezwaar navraag gedaan bij de deskundigen van het RID of bij de jongen aanleiding bestond om van het Protocol af te wijken. De GZ-psycholoog heeft daarop geantwoord dat de persoonlijke situatie van de jongen geen reden gaf om van het Protocol af te wijken. Het RID adviseert weliswaar een gerichte dyslexiebehandeling, aldus de CRvB, maar dat leidt niet tot de conclusie dat moet worden afgeweken van het protocol. Ook minder ernstige dyslexie kan volgens het RID reden zijn voor een behandeling maar voor een vergoede behandeling komt alleen EED in aanmerking. De kosten zijn dan, aldus de CRvB, voor de ouders.

Niets nieuws en toch …

De uitspraak ligt voor de hand als je kennis hebt genomen van de eerdere oordelen van de CRvB over dyslexie en vergoeding van behandeling voor dyslexie op grond van de Jeugdwet. En toch denk ik dat in de rechtspraak het oordeel anders zou kunnen komen te liggen als rechters, zoals zou moeten, toepassing zouden geven aan artikel 12 van het Kinderrechtenverdrag. Daarin staat, kort gezegd, dat bestuurlijke en rechterlijke instanties het kind dat in staat is zijn mening te vormen moeten horen in alle zaken die betrekking hebben op het kind. Voor zover ik kan overzien is noch bij de rechtbank noch bij de CRvB het kind gehoord. een orthopedagoog van het RID heeft zich bemoeid met de zaak, een GZ-psycholoog is geraadpleegd, ouders, college, bezwarencommissie en rechters hebben erover nagedacht maar aan de opvatting van dit kind (dat blijkens de uitspraak zeker in staat zal zijn zich een beeld te vormen en een mening te hebben) is geen enkele aandacht besteed. Daarmee is onduidelijk wat volgens de mening van het kind nodig is voor zijn ontwikkeling en wat het achterwege blijven van de behandeling voor gevolgen heeft in de ogen van het kind. Het horen van kinderen is niet alleen verdragsrechtelijk verplicht (in zoverre is de uitspraak van de CRvB ook in strijd met het internationaal recht) maar biedt vooral ook een inkijk in de wereld van het kind, de zorgen en de mogelijkheden tot ontwikkeling. En natuurlijk heeft het kind vervolgens recht op uitleg waarom een voorziening niet aan de orde is. Ook dat is in de uitspraak niet te vinden.

W. Elferink


[1] Centrale Raad van Beroep 17 juli 2024, ECLI:NL:CRVB:2024:1430.

[2] CRVB 24 oktober 2018, ECLI:NL:CRVB:2018:3454 en CRVB 22 juni 2022, ECLI:NL:CRVB:2022:1345.

[3] Vanaf 1 januari 2022 is het Protocol dyslexie diagnostiek en behandeling van kracht. Daarin is geen sprake meer van enkelvoudige ernstige dyslexie (EED) maar van Ernstige Dyslexie (ED). Voor de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep maakt dat kennelijk geen verschil. Het besluit op bezwaar is van 18 mei 2021.

Dit bericht is geplaatst in Jeugdwet. Bookmark de permalink.