Verlengen begunstigingstermijn bij vovo

ABRS 22-10-2014, RVS:2014:3803: De voorzitter van de Afdeling heeft in zijn uitspraak van 2 april 2012 uitdrukkelijk bepaald dat de in het besluit van 10 januari 2012 opgenomen termijn voor het overleggen van een rapport overeenkomstig vergunningvoorschrift 8.1.2 wordt verlengd tot drie maanden na zijn uitspraak. Anders dan de rechtbank is de Afdeling van oordeel dat de voorzitter daarmee, overeenkomstig voormelde uitspraak van 30 september 2010, in zijn uitspraak heeft neergelegd dat de getroffen voorziening terugwerkt tot en met 1 maart 2012. Het gebruik van de term ‘verlengen’ impliceert dat de voorzitter in dit geval niet heeft beoogd een nieuwe begunstigingstermijn te stellen, maar heeft beoogd de door het college gestelde termijn te laten doorlopen. Weliswaar kan het bestuursorgaan een verstreken begunstigingstermijn niet verlengen (vergelijk de uitspraak van de Afdeling van 16 april 2014 in zaak nr. 201306883/1/A1, maar de voorzieningenrechter kan, onder omstandigheden, door een voorlopige voorziening met terugwerkende kracht te treffen wel bewerkstelligen dat ook in de periode tussen het einde van de begunstigingstermijn en zijn uitspraak niet aan de last behoefde te worden voldaan. In zoverre komt de Afdeling terug van hetgeen is overwogen in voormelde uitspraak van 7 december 2011.

Dit bericht is geplaatst in handhaving. Bookmark de permalink.