ABRS 8-10-2014, RVS:2014:3603: Het college heeft bij brief van 24 juni 2013 aan onderscheidenlijk appellant 1b en appellant 1a medegedeeld: “’Aanmaning’. Ondanks eerdere herinnering mocht ik nog geen betaling ontvangen voor onderstaande factuur. (…) U wordt daarom verzocht het verschuldigde bedrag binnen 8 dagen na dagtekening van dit schrijven te voldoen op bovenstaand banknummer.”
Uitsluitend ter beoordeling staat of met dit schrijven de verjaring is gestuit als bedoeld in artikel 4:106 van de Awb en of het college nog bevoegd was de verbeurde dwangsommen in te vorderen. Die vraag dient bevestigend te worden beantwoord. Anders dan appellant 1 betoogt, betekent de omstandigheid dat het college een termijn van 8 dagen na dagtekening heeft gesteld om te betalen en geen termijn van 2 weken gerekend vanaf de dag na die waarop de aanmaning is verzonden, niet dat de aanmaning geen aanmaning is als bedoeld in artikel 4:106, gelezen in samenhang met artikel 4:112 van de Awb, nu de termijn waarbinnen moet worden betaald voor een aanmaning als zodanig niet bepalend is. (…)
Stuit brief met aanmaning de verjaring?
Dit bericht is geplaatst in handhaving. Bookmark de permalink.