Houden van katten in overeenstemming met de woonbestemming?

ABRS 19-12-2012, LJN BY6666 De vraag of het houden van, in dit geval 20 tot 40, katten in overeenstemming is met de woonbestemming hangt, gelijk dat met paarden het geval is, af van de ruimtelijke uitstraling vindt de ABRS:’
“2.1. De voorzieningenrechter heeft met juistheid overwogen dat de vraag, of het ter plaatse houden van 20 tot 40 katten in strijd is met de woonbestemming, moet worden beoordeeld aan de hand van de ruimtelijke uitstraling die dat gebruik gezien aard, omvang en intensiteit heeft. Bepalend is of deze uitstraling zodanig is, dat dat gebruik planologisch gezien niet meer verenigbaar is met de woonfunctie van het perceel. Het perceel ligt in de bebouwde kom en wordt omringd door woonhuizen. De katten verblijven onder meer in buitenrennen die tegen de perceelsgrens met het naastgelegen perceel [locatie 2] zijn aangebouwd.
Gelet op het karakter van de omgeving en de ruimtelijke uitstraling die het houden van 20 tot 40 katten daarop heeft, heeft de voorzieningenrechter terecht in navolging van het college geoordeeld dat het gebruik van het perceel in strijd met de woonbestemming is. Dat het gaat om raskatten die zelden buiten komen, zoals [appellante] stelt, maakt, wat daar ook van zij, de ruimtelijke uitstraling niet anders.
Het college heeft zich op het standpunt gesteld dat bij het houden van maximaal tien katten het gebruik van het perceel en de daarop gelegen bouwwerken op een maatschappelijk gebruikelijke wijze mogelijk is. De voorzieningenrechter heeft terecht geoordeeld dat het college hiermee deugdelijk heeft gemotiveerd, dat het houden van tien katten wel verenigbaar is met de woonbestemming.”

Naar de volledige uitspraak

Dit bericht is geplaatst in handhaving, omgevingsrecht. Bookmark de permalink.