Handhaving onevenredig wegens geringe afwijking bouwvergunning

ABRS 24-7-2013, RVS:2013:455, Handhaving onevenredig

“Niet in geschil is dat de lengte van het bedrijfsgebouw in enige mate langer is dan hetgeen is vergund en in zoverre is gebouwd in afwijking van de verleende bouwvergunning. In de aan de bouwvergunning verbonden voorwaarden is vermeld dat de afstand tussen de voorgevel en de rand van de weg minimaal 35 meter moet zijn. … Niet in geschil is dat de afstand tussen de voorgevel en het hart van de weg ongeveer 35,5 meter is, hetgeen betekent dat de afstand van de voorgevel tot de rand van de weg minder is dan 35 meter, zodat ook in zoverre gebouwd is in afwijking van de verleende bouwvergunning.
Nu de overtreding slechts bestaat uit deze twee afwijkingen van de bouwvergunning, heeft het college zich in de gegeven omstandigheden in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat het treffen van handhavingsmaatregelen ten aanzien van de afwijkingen van de bouwvergunning in dit geval zodanig onevenredig is in verhouding tot de daarmee te dienen belangen dat van optreden behoort te worden afgezien. Hierbij heeft het college in aanmerking mogen nemen dat de afwijkingen van de bouwvergunning met het blote oog in het vrije veld nauwelijks waarneembaar zijn en dat voorts niet is gebleken dat de belangen van [wederpartij] of de belangen van derden door de afwijkingen van de bouwvergunning worden geschaad. Voorts wordt in aanmerking genomen dat de woning en bedrijfsruimte reeds geruime tijd geleden zijn gebouwd en, zoals hiervoor overwogen, op de door de medewerker van bouw- en woningtoezicht destijds opgestelde en bij de bouw gebruikte uitzettekening een onjuiste afstand van de voorgevel tot het hart van de weg was ingetekend. Gelet voorts op de ingrijpende gevolgen die handhavend optreden voor [appellant] mee zal brengen, nu hij de woning zal moeten verplaatsen om het in overeenstemming met de verleende bouwvergunning te brengen, zou het treffen van handhavingsmaatregelen zodanig onevenredig zijn in verhouding tot de daarmee te dienen belangen, dat het college heeft kunnen afzien van optreden tegen de afwijkingen van de bouwvergunning.”

Naar de volledige uitspraak

Dit bericht is geplaatst in handhaving, omgevingsrecht. Bookmark de permalink.