Gevolgen ontbreken verslag toepassing bestuursdwang

ABRS 28-1-2015, RVS:2015:177,
Vast staat dat appellant geen toestemming heeft gegeven voor het betreden van de woning en dat ten tijde van de ontmanteling niemand aanwezig was in het pand. Voorts staat vast dat door de hulpofficier van justitie op 18 september 2012 aan onder meer de opsporingsambtenaar R.H.J. Vunderink een machtiging tot binnentreden van het pand is verleend, van welke machtiging Vunderink gebruik heeft gemaakt. Dat deze machtiging niet overeenkomt met de checklist is geen reden voor het oordeel dat het dagelijks bestuur niet tot verhaal van de kosten van bestuursdwang heeft kunnen overgaan. Deze checklist wordt door het dagelijks bestuur slechts gebruikt als hulpmiddel ten behoeve van het verzamelen van informatie over de ontmanteling. Van belang is of de personen die op de checklist genoemd worden en die de woning zijn binnengegaan, ook bevoegd waren de woning binnen te treden. De op de checklist genoemde Ririhena was, naast Vunderink, eveneens bevoegd het pand binnen te treden, nu de machtiging bepaalt dat degene die bevoegd is zonder toestemming van de bewoner binnen te treden, zich door anderen kan doen vergezellen, voor zover dit voor het doel van het binnentreden redelijkerwijs is vereist. Dat geen verslag van het binnentreden is gemaakt, zodat niet is komen vast te staan of Vunderink het pand als eerste heeft betreden, is, zoals de rechtbank terecht heeft overwogen, geen reden voor het oordeel dat het dagelijks bestuur niet tot verhaal van de kosten van bestuursdwang heeft kunnen overgaan. Met de rechtbank is de Afdeling van oordeel dat het niet wenselijk is dat geen verslag van het binnentreden is gemaakt, maar dat maakt, gelet op de gegevens die wel voorhanden zijn, zoals de beschrijving in de rapportage van A.J.M. Speelmans in dienst van Stedin Netbeheer B.V., welke bevindingen door appellant niet worden betwist, de checklist, waaruit volgt dat onder anderen Vunderink en Speelmans bij de ontmanteling aanwezig waren, alsmede foto’s van de ontmanteling, niet dat het dagelijks bestuur niet tot verhaal van de kosten van bestuursdwang heeft kunnen overgaan. Dat het dagelijks bestuur eerst in beroep een standpunt heeft ingenomen over de machtiging, geeft evenmin grond voor dat oordeel. Gelet hierop heeft de rechtbank terecht overwogen dat het ontbreken van een verslag van het binnentreden geen met het recht strijdige situatie is waarbij het algemeen belang in die mate is betrokken dat de kosten in redelijkheid niet of niet geheel voor rekening van appellant kunnen komen. De uitspraak van de Afdeling van 31 oktober 2012 in zaak nr. 201108810/1/A3 waar appellant naar verwijst is niet vergelijkbaar met de nu voorliggende situatie, nu daar, naast het ontbreken van een verslag, ook aan de machtiging tot binnentreden diverse gebreken kleefden.

Dit bericht is geplaatst in handhaving. Bookmark de permalink.