ABRS 29-1-2014, RVS:2014:249: 3.1. De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat het ervoor moet worden gehouden dat de burgemeester het bezwaarschrift van [wederpartij] heeft ontvangen. [wederpartij] heeft een verzendrapport overgelegd waaruit volgt dat hij op 9 januari 2012 een faxbericht heeft verstuurd naar het faxnummer van de burgemeester. Op dat rapport is bij ‘resultaat’ vermeld ‘OK’. [wederpartij] heeft aldus aannemelijk gemaakt dat hij het bezwaarschrift naar de burgemeester heeft verzonden. De Afdeling sluit daarmee aan bij haar uitspraak van 6 november 2013 in zaak nr. 201210976/1/A3. De rechtbank heeft terecht overwogen dat het vervolgens aan de burgemeester is de ontvangst van het faxbericht op een niet ongeloofwaardige wijze te ontkennen. Met de rechtbank is de Afdeling van oordeel dat de burgemeester daarin niet is geslaagd. De enkele stelling van de burgemeester dat hij de fax niet heeft ontvangen, zonder dat hij ter staving van die stelling een overzicht van de op die dag ontvangen faxberichten heeft overgelegd, kan niet worden aangemerkt als een niet ongeloofwaardige ontkenning van ontvangst. Voor zover de burgemeester heeft betoogd dat hij de elektronische weg niet heeft opengesteld voor de indiening van bezwaarschriften, zodat van hem niet kan worden verlangd dat hij activiteitenrapporten van ontvangen faxberichten overlegt, heeft de rechtbank daarin terecht geen aanleiding gezien voor een andersluidend oordeel. Met de rechtbank is de Afdeling van oordeel dat van een bestuursorgaan mag worden verwacht dat het onder meer met het oog op mogelijke bezwaar- en beroepsprocedures zijn organisatie zodanig inricht dat informatie gedurende langere tijd beschikbaar is. Dat de burgemeester geen ontvangstbevestiging heeft verstuurd, hetgeen volgens hem een indicatie is dat hij de fax nimmer heeft ontvangen, kan evenmin als een niet ongeloofwaardige ontkenning van ontvangst worden aangemerkt, nu er ook andere oorzaken kunnen bestaan voor het niet verzenden van een ontvangstbevestiging. Voor zover de burgemeester voorts heeft betoogd dat de rappelbrief van [wederpartij] pas zes maanden na verzending van het bezwaarschrift per fax is verstuurd, hetgeen volgens hem er mede toe heeft geleid dat hij geen activiteitenrapporten meer heeft om de ontvangst daarvan op niet ongeloofwaardige wijze te ontkennen, heeft de rechtbank daarin evenmin aanleiding hoeven zien voor een andersluidend oordeel. Daartoe acht de Afdeling van belang dat de burgemeester ter zitting bij de rechtbank heeft verklaard dat hij activiteitenrapporten slechts op informele wijze bewaart en voor het bewaren van die rapporten geen protocol bestaat. Voorts laat de omstandigheid dat [wederpartij] pas na zes maanden heeft gerappelleerd onverlet dat het aan het bestuursorgaan is dat stelt de fax niet te hebben ontvangen om het niet ontvangen daarvan aannemelijk te maken. Het tijdsverloop is onvoldoende om tot het oordeel te komen dat het niet kunnen overleggen van activiteitenrapporten niet voor risico van de burgemeester dient te komen.
Verzending fax aannemelijk bij bevestiging verzending?
Dit bericht is geplaatst in bestuursprocesrecht. Bookmark de permalink.