ABRS 25-3-2015, RVS:2015:917
Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen is het in beginsel in strijd met artikel 7:2, eerste lid Awb een hoorzitting niet uit te stellen wanneer een belanghebbende of zijn gemachtigde direct na de uitnodiging voor de hoorzitting gemotiveerd heeft medegedeeld dat hij op het genoemde tijdstip niet kan verschijnen. Ingeval het horen door een artikel 7:13 commissie geschiedt moet een vertegenwoordiger van het bestuursorgaan in de gelegenheid worden gesteld om bij het horen een toelichting te geven. Nu aldus verschillende partijen en personen bij het horen door een bezwaaradviescommissie dienen te worden betrokken, is het met het oog op het belang van een overzichtelijk en zorgvuldig verloop van het horen gerechtvaardigd dat geen gelegenheid wordt geboden voor telefonisch horen.
Telefonisch horen in bezwaar, ABRS
Dit bericht is geplaatst in bestuursprocesrecht. Bookmark de permalink.