Relativiteitseis en monument

ABRS 13-5-2015, RVS:2015:1510
Het feitelijk belang waarin appellant (bewoner naastgelegen pand) dreigt te worden geraakt, is zijn woon- en leefklimaat en dit is geen belang dat valt onder het beschermingsbereik van artikel 2.15 Wabo. Evenmin betreft dit een belang dat verweven is met de algemene belangen die artikel 2.15 beoogt te beschermen.
omgevingsvergunning is verleend in afwijking van het bestemmingsplan. (…) Het pand op het perceel betreft een beschermd monument. [appellant] woont in het pand op het naastgelegen perceel, (…). Het project is in strijd met de ingevolge het ter plaatse geldende bestemmingsplan (…) op het perceel rustende bestemming “Gemengd gebied (G)”. De omgevingsvergunning ziet op het gebruik van het pand als yoga/pilates studio, waar lessen worden gegeven voor body en mind. (…) [appellant] betoogt dat de rechtbank ten onrechte artikel 8:69a van de Awb heeft toegepast. Hij voert aan dat de rechtbank ten onrechte niet is ingegaan op zijn gronden dat het college ten onrechte in het besluit van (…) heeft overwogen dat geen omgevingsvergunning is vereist als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder f, van de Wabo voor het inpandig wijzigen van het beschermd monument. (…) Het vereiste van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder f, van de Wabo bij het wijzigen van een beschermd monument strekt tot bescherming van de monumentale waarden van als beschermd monument aangewezen panden. Dit vloeit voort uit artikel 2.15 van de Wabo, waarin is bepaald dat de omgevingsvergunning slechts kan worden verleend indien het belang van de monumentenzorg zich daartegen niet verzet. Het feitelijke belang waarin [appellant] dreigt te worden geraakt, is zijn woon- en leefklimaat. Hij vreest geluidsoverlast ten gevolge van de activiteiten van (…). Onder verwijzing naar de uitspraak van de Afdeling van 18 juli 2012, zaak nr. 201113488/1/A2 ECLI:NL:RVS:2012:BX1859, overweegt de Afdeling dat dit geen belang is dat valt onder het beschermingsbereik van artikel 2.15 van de Wabo. Evenmin betreft dit een belang dat verweven is met de algemene belangen die artikel 2.15 van de Wabo beoogt te beschermen, nu het (inpandige) wijzigingen in de vorm van plaatsing van een glazen wand met deuren in het monumentale pand betreffen, die geen invloed hebben op het woon- en leefklimaat van [appellant]. De rechtbank heeft terecht onder verwijzing naar artikel 8:69a van de Awb overwogen dat zijn betoog niet tot vernietiging van het besluit van (…) kan leiden. Aangezien uit die bepaling voortvloeit dat [appellant] geen gronden kan aanvoeren die leiden tot vernietiging van dat besluit, kan zijn betoog dat een dergelijke omgevingsvergunning is vereist ook niet slagen. (…)

Dit bericht is geplaatst in bestuursprocesrecht, omgevingsrecht. Bookmark de permalink.