ABRS 17-4-2013, LJN BZ7722 Iemand dient bezwaar in en verzoekt om een nadere stukken. In het bezwaar verzoekt hij om een termijn te stellen voor het indienen van gronden te rekenen vanaf het moment dat hij die nadere stukken heeft ontvangen. B en w reageren niet op het verzoek om indiening van nadere stukken. Wel stellen ze tweemaal een termijn voor het indienen van gronden en als de tweede termijn verstreken is, verklaren ze het bezwaar niet-ontvankelijk. Terecht? De ABRS vindt, in navolging van de rechtbank, van niet:
“In beroep is [wederpartij] opgekomen tegen de niet-ontvankelijkverklaring van zijn bezwaar met als grond dat het college heeft miskend dat hij niet in verzuim is. Aan [wederpartij] is weliswaar een termijn geboden om de gronden van zijn bezwaar in te dienen maar hij heeft, ondanks zijn verzoek daartoe, geen inzage gekregen in de stukken die ten grondslag liggen aan het besluit van 13 december 2010. In afwachting van een reactie op zijn verzoek om toezending van de stukken mocht [wederpartij], ondanks de gestelde termijn, het indienen van de gronden van bezwaar opschorten tot na de ontvangst van de stukken dan wel van een reactie op zijn verzoek. De rechtbank heeft derhalve met juistheid geoordeeld dat het college het bezwaarschrift van [wederpartij] ten onrechte niet-ontvankelijk heeft verklaard wegens het niet indienen van gronden.”