Zes jaren achtereen vergunning, zevende jaar ook?

ABRS 11-3-2015, RVS:2015:750: Appellante beroept zich op het vertrouwensbeginsel. Daartoe voert zij aan dat zij reeds zes jaren over een parkeervergunning heeft beschikt, die jaarlijks is verlengd en vier keer op haar verzoek is gewijzigd. Nu zich geen nieuwe feiten of omstandigheden hebben voorgedaan sinds de verlening van de parkeervergunning mocht zij erop vertrouwen dat zij in de toekomst over deze parkeervergunning kon blijven beschikken.
Voor een geslaagd beroep op het vertrouwensbeginsel is nodig dat er aan het bestuursorgaan toe te rekenen concrete, ondubbelzinnige toezeggingen zijn gedaan door een daartoe bevoegd persoon, waaraan rechtens te honoreren verwachtingen kunnen worden ontleend.
De rechtbank is terecht tot het oordeel gekomen dat het college geen concrete, ondubbelzinnige toezeggingen heeft gedaan, waaraan rechtens de verwachting kon worden ontleend dat appellante ook in de toekomst over de parkeervergunning kon blijven beschikken. Onder verwijzing naar de uitspraak van 24 augustus 2011 (AB 2011/308) overweegt de Afdeling dat appellante er op basis van opeenvolgende verleningen niet op kon vertrouwen ook in de toekomst steeds over de aan haar verleende parkeervergunning te kunnen blijven beschikken.

Dit bericht is geplaatst in algemeen bestuursrecht. Bookmark de permalink.