j) CRVB 23-12-2014, CRVB:2014:4416
Aannemelijk is dat in de jaren voorafgaande aan de onderhavige aanvraag de sociale dienst van de gemeente Hoorn een uitvoeringspraktijk hanteerde die ter zake van aanvragen van bijzondere bijstand in de kosten van rechtsbijstand structureel afweek van de beleidsregel 2009. Daarom heeft appellante redelijkerwijs niet hoeven voorzien dat het tijdstip van indiening van de onderhavige aanvraag door het college aan haar zou worden tegengeworpen. De afwijzing van die aanvraag op de grond dat deze achteraf is ingediend is daarom in strijd met het rechtszekerheidsbeginsel, dat meebrengt dat een burger moet kunnen vertrouwen op de continuïteit van overheidshandelen. In dit verband is van betekenis dat het college de wijziging van de uitvoeringspraktijk niet voor een breed publiek, en evenmin voor bekende rechtsbijstandsverleners, zoals mr. Mes, kenbaar heeft gemaakt. Het betoog van het college dat van het college in redelijkheid niet kan worden verwacht een aanvraag in behandeling te nemen met betrekking tot kosten die enkele maanden vóór het indienen van de aanvraag al zijn gemaakt, slaagt, in het licht van het voor 2009 gevoerde beleid en van de hiervoor besproken uitvoeringspraktijk in de periode van 2009 tot en met 2011, niet.