ABRS 9-10-2013, RVS:2013:1465, Het college besluit een aanvraag te behandelen met toepassing van de uitgebreide voorbereidingsprocedure. Echter, ten onrechte. Is van rechtswege een vergunning ontstaan? Ja, oordeelt de Afdeling. Dat is ook het geval als de aanvraag binnen de “reikwijdte” van de in het bestemmingsplan gegeven afwijkingsbevoegdheid valt en op grond van het beleid niet afgeweken kan worden.
“Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (uitspraak van 18 juli 2013, in zaak nr. 201305064/1/A1 en 201305064/2/A1), dient het bestuursorgaan na ontvangst van een aanvraag om omgevingsvergunning tijdig te bezien welke procedure daarop ingevolge de Wabo van toepassing is. De beantwoording van de vraag of op een aanvraag om omgevingsvergunning de reguliere dan wel de uitgebreide voorbereidingsprocedure van toepassing is, is, gelet op art. 3.10 lid 1 Wabo afhankelijk van de activiteit die is aangevraagd. Dit betekent dat indien de reguliere voorbereidingsprocedure van toepassing is, omdat de aangevraagde activiteit binnen de reikwijdte van de in het bestemmingsplan gegeven afwijkingsbevoegdheid valt maar niet binnen de daarvoor geldende beslistermijn een besluit op de aanvraag wordt genomen, uit art. 3.9 lid 3 Wabo, gelezen in verbinding met art. 4:20b lid 1 Awb, volgt dat de omgevingsvergunning van rechtswege is verleend, ongeacht of de aangevraagde activiteit voldoet aan de voorwaarden voor toepassing van de in het bestemmingsplan gegeven afwijkingsbevoegdheid. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (uitspraak van 20 februari 2013, in zaak nr. 201202810/1/A1 bestaat na afloop van de volgens de reguliere voorbereidingsprocedure geldende beslistermijn geen mogelijkheid meer om te besluiten of aan die voorwaarden is voldaan. Het voorgaande is in overeenstemming met de bedoeling van de wetgever om tijdige besluitvorming door de bevoegde gezagen te bevorderen (zie onder meer Kamerstukken II 2006/07, 30 844, nr. 3, p. 34-36).”