Toepassing artikel 4:5 niet altijd mogelijk

ABRS 23-4-2014, RVS:2014:1480: Met de door haar verstrekte informatie heeft appellante voldaan aan artikel 4:2 lid 2 Awb. Daartoe wordt overwogen dat aan het college ter beoordeling voorlag of appellante, gelet op het door hem gevoerde beleid, voor een persoonsgebonden gedoogbeschikking in aanmerking zou komen. Uit de door haar verstrekte informatie was duidelijk dat zij niet voldeed aan de in dat beleid opgenomen voorwaarde van permanente bewoning van de recreatiewoning vóór de peildatum. Onder deze omstandigheden kon het college in redelijkheid niet overgaan tot het desondanks opvragen van bewijsstukken die aantonen dat zij daar toen wel permanent heeft gewoond. Evenmin kan staande worden gehouden dat het voor de beoordeling van de aanvraag nodig was dat appellante een bouwvergunning/door de gemeente goedgekeurde tekeningen zou overleggen. Nu op basis van de door appellante verstrekte informatie reeds zonder meer duidelijk was dat zij niet aan het beleid voldeed, beschikte het college bovendien over voldoende gegevens en bescheiden om de aanvraag te beoordelen, zodat het niet heeft kunnen besluiten die aanvraag met toepassing van artikel 4:5 lid 1 aanhef en onder c Awb niet te behandelen.

Dit bericht is geplaatst in algemeen bestuursrecht. Bookmark de permalink.