Rechtszekerheid en te veel betaalde rente

ABRS 1-7-2015, RVS:2015:2053, Betreft te veel betaalde rente na een besluit tot toekenning schadevergoeding.
Aan het Faunafonds kan (…) in beginsel niet de bevoegdheid worden ontzegd om een besluit tot het toekennen van wettelijke rente in te trekken of te wijzigen, indien achteraf blijkt dat deze tot een te hoog bedrag is toegekend, zij het dat deze bevoegdheid wordt begrensd door de algemene rechtsbeginselen, met name het beginsel van rechtszekerheid (…). Aan die rechtszekerheid komt te meer betekenis toe in geval dat een besluit van een bestuursorgaan in rechte onaantastbaar is geworden na uitputting van alle rechtsmiddelen.
In dat verband overweegt de Afdeling als volgt. De aanvraag om vergoeding van geleden schade van appellante dateert reeds uit 2005. Sindsdien zijn verschillende procedures gevoerd over de hoogte van de tegemoetkoming, die uiteindelijk tot een eind zijn gekomen met de uitspraak van de Afdeling van 31 juli 2013. Eerst toen in een andere procedure door de gemachtigde van appellante werd verzocht om vergoeding van de handelsrente en daarbij werd verwezen naar het besluit van 30 maart 2012, heeft het Faunafonds de fout ontdekt en vervolgens aanleiding gezien dat besluit te herzien. Hoewel het besluit van 30 maart 2012 derhalve onderwerp van geschil is geweest in beroep en hoger beroep en het verschil tussen de twee bedragen aan wettelijke rente aanzienlijk is, heeft het Faunafonds eerst bijna twee jaar na de beslissing van 30 maart 2012 geconstateerd dat hierin een te hoog bedrag aan wettelijke rente is opgenomen. Voorts wordt door het Faunafonds niet betwist dat appellante in de veronderstelling was dat het juiste tarief is gehanteerd. Onder die omstandigheden mocht het Faunafonds niet aan appellante tegenwerpen dat het haar duidelijk moest zijn dat in het besluit van 30 maart 2012 is uitgegaan van een te hoog bedrag aan wettelijke rente.

Dit bericht is geplaatst in algemeen bestuursrecht. Bookmark de permalink.