ABRS 27-12-2012, LJN BY7334 Het college van IJsselstein neemt een besluit waarin een nieuwe opstelling van de weekmarkt is vastgelegd. Deze nieuwe opstelling is weergegeven op een bij het besluit behorende plattegrond. Hierop is onder meer aangeduid in welk gebied standplaatsen kunnen worden vergund, wat de maximale afmetingen van standplaatsen zijn en voor welke artikelengroepen op welke locatie een vergunning kan worden verleend. Het besluit dient in zoverre te worden aangemerkt als wijziging van de bij het Marktreglement behorende plattegrond. Marktkooplieden stellen beroep in maar is hier geen sprake van een algemeen verbindend voorschrift? De ABRS vindt van wel:
“Het besluit van 23 maart 2010 bevat aldus niet een nadere bepaling naar plaats, tijd of object van de toepasselijkheid van normen die in de Marktverordening of het Marktreglement besloten liggen, maar nadere zelfstandige normen waaraan aanvragen om afgifte van een vergunning tot het innemen van een standplaats dienen te worden getoetst (vergelijk de uitspraak van de Afdeling van 25 februari 2009 in zaak nr. 200803500/1). Het college is ingevolge artikel 2 en 3 van de Marktverordening bevoegd tot het vaststellen van dergelijke normen. Het besluit van 23 maart 2010 bevat derhalve een algemeen verbindend voorschrift. Dat het college zich – zoals ter zitting bij de rechtbank gesteld – niet gehouden acht om aan standplaatshouders nadere besluiten te verstrekken waarin hun nieuwe standplaats wordt vergund, doet daar niet aan af. Uit de aanduiding van artikelengroepen op de plattegrond kan niet worden afgeleid door wie de standplaatsen mogen worden ingenomen. Ook zijn de gegevens die ingevolge onder meer artikel 5, eerste lid, aanhef en onder b, van het Marktreglement in de vergunning moeten worden opgenomen, niet af te leiden uit het besluit van 23 maart 2010. Die gegevens dienen in een vergunning te worden opgenomen.”