v) ABRS 9-4-2014, RVS:2014:1230: Appellant heeft desgevraagd ter zitting bij de Afdeling bevestigd dat hij geen zicht op het horecabedrijf heeft, nu hij op ongeveer 3,5 kilometer afstand van dit bedrijf woont en daarbij verder ook geen betrokkenheid heeft. In de omstandigheid dat appellant zich als inwoner van de gemeente Zwolle betrokken voelt bij de bestuurspraktijk van het gemeentebestuur, heeft de rechtbank terecht geen grond gezien voor het oordeel dat het college hem als belanghebbende bij het besluit van 6 september 2012 had moeten aanmerken. Appellant onderscheidt zich hiermee onvoldoende van andere inwoners van de gemeente en heeft daarmee geen belang gesteld dat rechtstreeks wordt geraakt door dat besluit. Dat het besluit van 6 september 2012 aan hem is toegezonden, noopt niet tot een andersluidend oordeel. Art. 3:41 lid 1 van de Awb verplicht het bestuursorgaan een besluit dat tot een of meer belanghebbenden is gericht, in ieder geval bekend te maken aan degenen die als geadresseerden daarvan kunnen worden aangemerkt. Dit laat echter onverlet dat het bestuursorgaan het desbetreffende besluit ook aan anderen kan toezenden. In dit geval heeft de gemeente aanleiding gezien om bij wijze van service appellant het besluit van 6 september 2012 toe te zenden, omdat hij naar aanleiding van de onverplichte terinzagelegging voor een ieder van de aan dat besluit ten grondslag liggende aanvragen een reactie had ingediend. Dit betekent echter niet dat appellant als belanghebbende in de zin van art. 1:2 lid 1 van de Awb bij dat besluit moet worden aangemerkt en in zijn bezwaar had moeten worden ontvangen.
Maakt toezending van een besluit iemand belanghebbend?
Dit bericht is geplaatst in algemeen bestuursrecht. Bookmark de permalink.