Kan rechtbank, zelf voorziend in de zaak, last onder dwangsom opleggen?

ABRS 17-4-2013, LJN BZ7783 Verzoek om handhaving afgewezen. In beroep komt de rechtbank tot het oordeel dat burgemeester en wethouders zich ten onrechte onbevoegd hebben verklaard een last onder dwangsom op te leggen. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en voorziet zelf in de zaak door een last onder dwangsom op te leggen. De ABRS acht met de rechtbank het college bevoegd te handhaven. Eveneens acht de ABRS geen bijzondere omstandigheden aanwezig om af te zien van handhaving. De ABRS volgt niet het oordeel van de rechtbank dat ze zelf in de zaak kan voorzien:

“6.1. Onder verwijzing naar haar uitspraak van 18 mei 2005 in zaak nr. 200407773/1 overweegt de Afdeling dat de bestuursrechter als regel niet op de voet van artikel 8:72, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht behoort over te gaan tot het opleggen van een last onder dwangsom. Uitgangspunt is dat de uitoefening van deze bevoegdheid bij het bestuursorgaan berust. Hoewel in beginsel van de bevoegdheid handhavend op te treden gebruik dient te worden gemaakt, zullen niettemin alle relevante belangen die door de te nemen beslissing worden geraakt, moeten worden afgewogen. Deze afweging omvat onder meer de vraag of handhavend zal worden opgetreden door middel van bestuursdwang of door het opleggen van een last onder dwangsom, de omschrijving van de last, de lengte van de begunstigingstermijn, de hoogte van de dwangsom en het bedrag dat maximaal kan worden verbeurd. Deze afweging behoort primair tot de taak van het bestuursorgaan. Er bestaat geen aanleiding om in dit geval op dit uitgangspunt een uitzondering te maken.”

Naar de volledige uitspraak

Dit bericht is geplaatst in algemeen bestuursrecht, handhaving, omgevingsrecht. Bookmark de permalink.