ABRS 22-4-2015, RVS:2015:1311
I.c. heeft het horen plaatsgevonden door de voorzitter en één ander lid van de commissie. Niet is gebleken van een opdracht om in deze samenstelling te horen. Gelet hierop is het horen in strijd met artikel 7:13, derde lid, van de Awb geschied. Geen grond voor vernietiging van het bestreden besluit omdat het horen heeft plaatsgevonden door meer personen dan op grond van de wet is vereist. Verder is van belang dat het derde commissielid weliswaar niet aanwezig was bij de hoorzitting, maar dat dit commissielid wel betrokken is geweest bij de beoordeling en bij het uitbrengen van het advies. De advisering heeft derhalve plaatsgevonden door de voltallige commissie.