n) ABRS 23-4-2014, RVS:2014:1411: Appellante heeft verzocht twee vaste paaltjes voor de gevel van het pand aan de Mallemolen nr. 51 en 53 te Den Haag te vervangen door uitneembare paaltjes. Bij brief heeft het college van B&W appellante geïnformeerd dat het hiervoor geen aanleiding ziet.
Ingevolge art. 15 lid 2 van de Wegenverkeerswet 1994 geschieden maatregelen op of aan de weg tot wijziging van de inrichting van de weg of tot het aanbrengen of verwijderen van voorzieningen ter regeling van het verkeer krachtens een verkeersbesluit, indien de maatregelen leiden tot een beperking of uitbreiding van het aantal categorieën weggebruikers dat van een weg of weggedeelte gebruik kan maken.
Het college heeft het bezwaarschrift opnieuw niet-ontvankelijk verklaard. Dit besluit is gebaseerd op een onderzoek ter plaatse (…). Uit het onderzoek is gebleken dat de voertuigen ook na het uitneembaar maken van de paaltjes geen gebruik van de doorgang tussen Mallemolen nr. 51 en 53 en nr. 71 en 73 kunnen maken, zodat vervanging van de paaltjes niet leidt tot een uitbreiding van het aantal categorieën weggebruikers dat van de doorgang gebruik kan maken (…). De brief van 28 december 2011 houdt naar de mening van het college daarom geen besluit in de zin van art. 1:3 van de Awb in, maar slechts een weigering een feitelijke handeling te verrichten.
Met de door appellante overgelegde stukken is niet aannemelijk gemaakt dat de uitkomsten van het onderzoek onjuist zijn. Gezien het voorgaande heeft het college op goede gronden het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard: de beslissing is geen verkeersbesluit.
Beslissing over uitneembare paaltjes een besluit?
Dit bericht is geplaatst in algemeen bestuursrecht. Bookmark de permalink.