Aanwijzing prostitutiegebied algemeen verbindend voorschrift?

ABRS 26-11-2014, RVS:2014:4278:
In aansluiting op eerdere uitspraken van de Afdeling (onder meer van 16 januari 2008 in zaak nr. 200703288/1 en 9 juli 2014 in zaak nr. 201309065/1/R4), overweegt de Afdeling dat een besluit waarin de toepassing van regelgeving nader naar plaats, tijd of object wordt bepaald, zelf niet van regelgevende aard en derhalve geen algemeen verbindend voorschrift is.

3.2. [appellant] en anderen betogen terecht dat het besluit van 17 augustus 2010 niet van regelgevende aard is. De in dit besluit vervatte aanwijzing van het gebied waar per 1 januari 2016 prostitutie-inrichtingen worden toegestaan, strekt slechts tot concretisering naar plaats van het toepassingsbereik van de bepaling in artikel 3:5, eerste lid, aanhef en onder b, van de door de raad van de gemeente Groningen vastgestelde APVG 2009, dat de burgemeester de vergunning, bedoeld in artikel 3:4, eerste lid, van de APVG 2009 weigert, indien de vestiging in strijd is met een door het college voor prostitutie-inrichtingen aangewezen gebied (de Afdeling leest: indien de vestiging niet gelegen is in een door het college voor prostitutievoorzieningen aangewezen gebied).

De bij herhaling toe te passen regel dat in die gevallen de vergunning wordt geweigerd, is derhalve gegeven in artikel 3:5, eerste lid, aanhef en onder b, van de APVG 2009 en niet in het aanwijzingsbesluit van 17 augustus 2010. Dat bij de vergunningverlening aan de gebiedsaanwijzing moet worden getoetst, is onvoldoende voor een ander oordeel, zoals volgt uit de genoemde uitspraak van de Afdeling van 9 juli 2014 ten aanzien van een begrenzingsplan dat het toetsingskader van een omgevingsvergunning vormt. De door het college aangevoerde omstandigheid dat in bijlage 10 van de APVG 2009, naast de gebiedsaanwijzing, een aantal voorwaarden, beperkingen en toetsingsmaatstaven voor deze vergunningverlening zijn geformuleerd, maakt evenmin dat het besluit van 17 augustus 2010, dat tot de aanwijzing van dat gebied is beperkt, een algemeen verbindend voorschrift is. Gelet hierop is het besluit een concretiserend besluit van algemene strekking, waartegen beroep openstaat.

Dit bericht is geplaatst in algemeen bestuursrecht, bestuursprocesrecht. Bookmark de permalink.